22 mei BONNETJE 1698
Sommige dagen zijn al als verloren te beschouwen als de haan kraait terwijl de eerste zonnestralen door de bomen kruipen. Er zijn van die dagen die je als zwarte bladzijde in je dagboek schildert. Meestal heb je die dagen geenszins im Griff en volgen de factoren die bijdragen tot ellende, elkaar in grote snelheid op. Ach weet je ik kan me al ergeren wanneer ik in haast geen parkeerplaats kan vinden en iemand dubbel geparkeerd staat. Dan zou ik het liefste de kracht hebben om dat vehicle met blote handen op een zij te leggen. Of ik sta voorover gebogen de voordeur te sluiten en zo’n klote Duitse herdershond van een of andere onverlaat, steekt zijn natte neus tussen mijn billen. Gatver. Laatst had ik me verslapen, moest me haasten en sneed bij het scheren de halve neusvleugel van mijn gezicht. Nochtans dat zou je denken als je al dat niet te stelpen bloed zag stromen. Irritant is ook als ik half slapend in een stilstaande file rij doordat de verkeersinformatie drie seconden te laat mijn aambeeld, stijgbeugel en hamer bereikte.
Vaak ga ik in de ochtend nog snel langs de supermarkt om ontbijtje en/of lunch ingrediënten te scoren. Dan ben ik niet de enige en al bij het naar binnengaan start de ergernis. Terwijl mijn baas bij de stempelklok op kantoor staat te wachten en ik in de hoogste staat van snelheid mijn voedsel wil halen trekt de grijze colonne net voor mij door de winkelpoortjes. Ze hebben de hele dag de tijd en toch gaan de 67-plussers zo vroeg mogelijk. Het werkend volk wordt op die manier vreselijk tegengewerkt want grijs betekent in de praktijk, traag. Zo traaggggg. Je zou er spontaan nagels van gaan bijten. Wat ze ook doen is hun rollator of winkelwagen dwars opstellen zodat niemand meer door het gangpad kan. Hoe is het mogelijk? Dan de kassa’s, nog zo’n bloeddruk verhogend element; er staan vaak wel zeven exemplaren op een rij en er is er altijd maar één open. En daar zit in de ochtend de ‘medewerkster van de week’ als het gaat om meest bedreven depressiviteitsopwekker. Oo, die ochtendkassières kunnen zo ontzetten chagrijnig kijken, je wil het niet meemaken. Alsof ze de klanten willen negeren of wegjagen. Snappen die dames niet dat ik hun salaris naar binnenbreng? Ze hebben het ochtend-IQ van een gecastreerde muis met hangtieten die de muizenval op een haar na is misgelopen. De rekenwonders willen slechts één ding, terug naar huis en languit op de bank.
Als ik eindelijk aan de beurt ben nadat de grijsaards het pand hebben verlaten en achter mij het werkvolk zuchtend staat de duwen, hoor ik na de eindpiep: ‘Pinnen?’. Ik betaal uit principe cash en het wisselgeld wordt op de gladde ondergrond gelegd. Stuk voor stuk moet ik de wegglijdende muntjes oprapen, terwijl de meute achter me staat te dringen. Godverdomme, denk ik en kijk verwijtend in de richting van de kassière. En ja hoor die zit met uitgestrekte arm het bonnetje voor mijn neus te houden. Leg het toch neer mens!, denk ik haast hardop. Nee ze oefent haar biceps. Nadat ik alle muntjes eindelijk in mijn beurs heb trek ik de bon uit haar handen, wil haar de huid vol schelden en zie dat ze haar hoofd heeft weggedraaid. Ik ben volledig gewist uit haar beperkte geheugen. De next wachtende in de rij is aan de beurt. Mijn humeur is helemaal verknald en ik beloof me zelf nooit meer naar deze kruidenier terug te keren. En toch; het is helaas overal hetzelfde liedje. Let er maar eens op. Nondedjuu!!!
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.